Op 11 juni 1811 schreef de burgemeester (maire) van Schokland, Gaspar Sonderman, aan de prefect van het ‘Departement der Monden van den IJssel’ een brief, waarin hij een beeld geeft van de festiviteiten ter ere van de doop van Napoleon II, oftewel Francois Charles Joseph Napoleon Bonaparte. De dopeling was een zoon van Napoleon en kreeg bij zijn geboorte de titel ‘koning van Rome’.
Hoogedelgestrenge heer,
Ik neem de vrijheid U Hoogedelgestrenge bij deze te berichten op welke wijze
alhier het feest op zondag de 9de juni, wegens de doop van de jonge koning van
Rome, is gevierd. 's Morgens reeds zeer vroeg wapperden de vlaggen van de kerken
en de meeste landsgebouwen [overheidsgebouwen], alsmede van de vaartuigen
(zoveel als het aantal vlaggen het toeliet) en van het vaartuig van de opzichter
[van Rijkswaterstaat], de heer Seidel.
's Morgens om acht uur, 's middags om twaalf uur, en 's namiddags om vier uur
luidden de klokken, zowel op de buurt Emmeloord als op Ens. In de roomse kerk
zijn gepaste gezangen gezongen, omdat de uitvoering van één Te Deum onmogelijk
was wegens gebrek aan kundige zangers.
En ofschoon ik alle moeite heb aangewend om in de
gereformeerde kerk over een
predikant te beschikken, bleef mij dit echter onmogelijk. De koster en
'schoolhouder' Springstok hebben op mijn verzoek in de voormiddag van tien tot
elf uur in de gereformeerde kerk met een groot aantal gemeenteleden psalmen en
gezangen laten zingen, waarvan U Hoogedelgestrenge bij deze een lijstje
ontvangt. Deze kerkelijke bijeenkomst is afgesloten met het bijgaande versje
[niet aanwezig], vervaardigd door de eerdergenoemde schoolonderwijzer.
's Avonds heb ik zowel op de buurt Emmeloord als Ens aan de inwoners een halve
ton bier laten geven, ofschoon ik van tevoren op één ton had gerekend, maar dit
was toereikend, omdat er weinig manvolk aan land was.
De ambtenaren, die allen gecompareerd zijn, heb ik ‘s middags om zes uur in het
gemeentehuis uitgenodigd, hen onthaald op een pijp tabak en een goed glas
Deventer bier, en de vrouwen van de gehuwde ambtenaren op koffie met Deventer
koek. Daarbij is ‘wat er is, moet maar genoeg zijn’ wel in het oog gehouden,
wegens de schraalheid van de beurs van de gemeente Schokland. Waarna eenieder
zich ‘s avonds om negen uur, wegens het feestelijk verlichten, naar zijn woning
begaf.
Hoe armoedig de inwoners hier ook zijn, toch hebben de meesten hun woningen
verlicht gehad. De huizen van de ambtenaren, alsook het gemeentehuis, waren
buitengewoon mooi verlicht. De vreugde was algemeen, en ging met geen
buitensporigheden gepaard. Er zijn verscheidene vreugdevuren ontstoken, en men
vond op meer dan een plaats het ‘viva’ alsook de kennisgeving van de doop van de
jonge koning voor de ramen staan.
Naast het gewone vuur op de vuurtoren heeft op mijn verzoek de stoker er een
teerton op laten branden en nog andere buitengewone brandstoffen. Dit was een
zeer aardig gezicht, daar de vuurtoren wedijverde met de verlichte toren van de
stad Kampen.
De heer Seidel heeft ‘s avonds zijn vaartuig op bijzondere wijze laten
verlichten. Hij verzocht mij, alsook de schoolonderwijzer Springstok, om daarin
met hem enige muziekstukjes te spelen, wat wij met genoegen aannamen. De
zeldzaamheid van zoiets lokte de inwoners vanuit alle kanten, en al spelende
hebben wij het land rondgezeild, daar het aangename weer de vreugde
vermeerderde.
De gezamenlijke kosten van het houden van dit feest belopen een somma van fl
24,65, terwijl ik bij deze onderdanig de vrijheid neem U Hoogedelgestrenge te
verzoeken om mij de nodige middelen ter hand te stellen, waardoor ik in staat
word gesteld de leverancier van die goederen uit de genoemde som te kunnen
voldoen. U Hoogedelgestrenge kent de armoedige gesteldheid van dit land wel
zodanig, dat het onmogelijk is hier fondsen in te stellen ten behoeve van
huwelijksgiften, ter gelegenheid van dit feest. Ik hoop dat onze geringe en met
weinig gepaard gaande kosten met U Hoogedelgestrenge goedkeuring gepaard mag
gaan, neem ik de vrijheid met alle verschuldigde respect te tekenen,
Hoogedelgestrenge heer, Uw Hoogedelgestrenge onderdanige dienaar. [Niet
ondertekend].
Bron: Donald Veenendaal, ‘Festiviteiten op Schokland’, in: Het Schokker Erf, nr.11, 1989.