Overstromingen februari 1825

In de eerste dagen van februari 1825 begon het hevig te stormen. De Zuiderzee werd opgestuwd en overstromingen veroorzaakten slachtoffers en grote vernielingen langs de kust van Overijssel en Friesland.

Ook Schokland liep onder. Het water bleef maar stijgen. De vuren in de lichtbakens doofden door het opspattende water. Angstige mensen sleepten hun spullen naar de zolder. Funderingen kraakten en huizen stortten in.

Jannes Ruiter in de Molenbuurt voelde het huis bewegen. Hij hakte een gat in de buitenmuur. Toen een enorme tobbe voorbij kwam dobberen wist hij die vast te maken aan losdrijvend wrakhout en slaagde er in zich met zijn vrouw en twaalf anderen te redden net voordat het woninkje in de golven verdween.

Op Emmeloord waren 13 slachtoffers te betreuren en veel gezinnen werden dakloos. De storm van 1825 sloeg de hele dijk aan de westkant van het eiland weg.

Zie ook het verslag van Ter Pelkwijk.

Ronduit desastreus was de schade aan de schuiten en het tuig. In Vollenhove hadden de vissers het toen beter getroffen. Daar bleven de schuiten - die met acht à negen ton veel kleiner waren dan die van de Schokkers- dankzij de beschermde haven wel ‘bewaard, (…) dewijl zij anders zeker zouden [zijn] verbrijzeld geworden’.

Rechts: de Kamper schilder-tekenaar Dirk Boele (1778 - 1846)  tekende vlak na de stormvloed van 1825 deze in IJsselmuiden aangespoelde Schokker vissersschuit (collectie Gemeentearchief Kampen).

In de jaren die volgden bleken de Schokker vissers niet meer in staat om zich uit het dal te vissen.

www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl