Evert Zoudenbalch

Heer van Orck ende Emeloert

De jonge Evert Zoudenbalch (1425-1503), telg uit een deftig en schatrijk Utrechts geslacht, verwierf in 1476 het gezag over Orck (Urk) en Emeloert (Emmeloord). Aleid van Kuinre (1438-1476), dochter van Herman (III) van Kuinre en Oede van Wilp, verkocht de heerlijkheid aan de verre verwant Evert Zoudenbalch. Aleid was de eerste vrouw die de scepter had gezwaaid over Urk en Emmeloord, maar na de dood van haar man zag zij zich genoodzaakt het bezit te verkopen.

Dit soort transacties gebeurde in die tijd veelvuldig. De heerlijkheid was op het moment van de overdracht nog een lucratief bezit. Evert Zoudenbalch verkreeg met de koop de landsheerlijke rechten van lage en hoge heerlijkheid, respectievelijk het recht om geschillen tussen burgers te berechten en het recht om misdadigers ter dood te laten veroordelen. De jonge Evert werd lid van het domkapittel van Utrecht, een college van geestelijken die verbonden waren aan de bisschoppelijke kerk van Utrecht, het kerkelijk centrum van de Noordelijke Nederlanden.

De oorspronkelijke taak van kanunniken beperkte zich tot het koorgebed, maar in Utrecht was het kapittel tevens het adviescollege van de bisschop. Daarnaast beheerden kanunniken het vaak uitgebreide goederenbezit - de zogeheten kerkfabriek - waarvan de opbrengst grotendeels bestemd was voor het levensonderhoud van de eigen leden.

Evert verwierf als kanunnik een prebende, het recht op een deel van de opbrengst van het kerkelijk bezit. Vele jaren was hij thesaurier en in die functie gingen grote geldstromen door zijn handen met de bouw van de nieuwe domkerk. In 1495 vierde hij zijn 50-jarig jubileum als kanunnik.

Als kanunnik kocht hij tientallen huizen in de buurt van de Utrechtse Buurkerk. In zijn laatste levensjaren stichtte hij het St. Elisabethsgasthuis (1491), 'ther eeren Goeds ende zijnre moeder Marien ende der twaelff apostelen' en maakte hij zich daarmee onsterfelijk. Het was namelijk het eerste weeshuis in de Nederlanden. In 1991 vierde Utrecht het 500-jarig bestaan van de Evert Zoudenbalch Stichting.
Evert, als geestelijke gebonden aan het celibaat, had drie kinderen, twee zoons en een dochter. Dat geestelijken in concubinaat leefden werd stilzwijgend geaccepteerd. Evert zorgde ervoor dat de kinderen goed terechtkwamen. In 1499 bemiddelde hij in Kampen in een visserijconflict met de Schokkers.

De Zoudenbalchs regeerden circa 150 jaar over Urk en Emmeloord. Het was een periode van achteruitgang veroorzaakt door de Tachtigjarige oorlog, landverlies en onvoldoende onderhoud van de paalwerken.
Jonkheer Johan van de Werve kocht in 1616 de heerlijkheid Urk en Emmeloord voor 10.000 gulden. De achteruitgang nam toe toen Emmeloord omstreeks 1620 ook nog eens werd getroffen door de pestziekte waarbij tweederde deel van de bewoners omkwam.

www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl