De
oorspronkelijke bewoners van het gebied
van de Noordoostpolder waren vissers. Dat bleek weer uit de vondst van een grote
visvangconstructie bij industrieterrein Nagelerweg te Emmeloord. Op de plek waar
de horecaboulevard van Hakvoort Horeca moet komen, werden sporen van de
Swifterbantcultuur aangetroffen. De resten van een nederzetting zijn afkomstig
uit de periode van 4900 tot 3400 v. Chr. Dit visweer was vanuit de Schoklandsite
P13-P14 met kano’s goed bereikbaar. Provinciaal archeoloog André Kerkhoven is
lyrisch over de archeologische vondsten en vertelt daarover aan een journalist
van ‘de Noordoostpolder’.
'We hebben afval van een nederzetting gevonden op een zogenaamde oeverwal. Die
ontstaat aan de rand van een rivier of kreek, die in bepaalde seizoenen
overstroomt. De zwaardere deeltjes uit het water worden dan meteen naast de
kreek afgezet. Dergelijke plekken waren in het voorjaar en de zomer uitermate
geschikt om te gaan wonen. De resten komen uit de late periode van de
Swifterbantcultuur, die in zijn geheel van 5500 tot 3400 v. Chr. duurde. Over
die tijd is nog weinig bekend. Deze vondsten zijn dan ook heel uniek te noemen.’
Rechts: op locatie 3 zijn de visweren gevonden.
Links: een bestaand visweer (Fischzaun) bij Kappeln. Zie hier voor de functie van dit visweer.
'In de tijd waaruit de vondsten stammen werden de mensen wat honkvaster. Er
verschenen nieuwe elementen in het aardewerk, zoals versieringen. De pijlpunten
werden anders en ook de structuur van de huizen veranderden. We hebben ook palen
gevonden die tot een bepaalde structuur behoorden, maar we weten nog niet
precies wat het is. Tot de meest aansprekende vondsten behoren een aantal mooie
pijlpunten, een geweihamer met aan de ene kant een hamer en aan de andere een
bijl, priemen en naalden die van bot zijn gemaakt en botten van onder andere
otters, honden en oerrunderen. Honden waren in die tijd al gedomesticeerd. Ze
gingen met de mens mee op jacht.'
Maar het klapstuk van de opgravingen bij Emmeloord is een visvangconstructie.
Kerkhoven: ‘ We hebben 66 palen gevonden, met daaraan horizontaal twijgen
bevestigd. Daaraan zaten weer verticale twijgen. Aan de installatie zaten fuiken
waarmee onder andere zalm en steur gevangen werd. De palen zijn zo'n vijf meter
lang en hebben een doorsnee van vijftien centimeter. Met deze constructie werd
een zijkreek geheel afgesloten. Alle vis die daar met de stroming mee doorheen
zwom, werd zo gevangen. Het gaat hier voor zover bekend om de grootste
visvangconstructie die ooit in Europa gevonden is. In Nederland zijn eerder al
zes dergelijke bouwwerken gevonden, waarvan drie bij Almere.’
Rechts: de vlechtwand van een vangconstructie (Archeologische campagne 2001)
De vondsten werden gedaan in de relatief korte periode van drie weken.
Kerkhoven: 'Wij hadden iets dergelijks helemaal niet verwacht. Uit proefboringen
die de Universiteit van Amsterdam, in het verleden heeft gedaan, was daarvan
niets gebleken. In de buurt van de plek waar we nu gegraven hebben, zijn nog
meer palen gevonden. Dit zou dus wel eens het topje van de ijsberg kunnen zijn.’
…
In de tijd dat de visvangconstructie gebouwd is, was het gebied volgens André
Kerkhoven rijk aan verscheidenheid: 'Het huidige IJsselmeer was een
waddengebied, en door wat nu de Noordoostpolder is, liepen de IJssel, de Vecht,
de Eem en allerlei getijdenkreken. Aan de rand daarvan waren rietkragen en
verderop dichte loofbossen en broekbossen, die af en toe blank stonden. Het was
een half open landschap, waarin onder andere paarden, knobbelzwanen, bruine
beren, wilde katten en otters leefden. Tot in de 14e eeuw is dit gebied bewoond
geweest. Er lag hier toen een groot eiland, dat Urk heette. Daarop bevonden zich
nederzettingen. De namen van een aantal polderdorpen herinneren daar aan.
Uiteindelijk is het eiland steeds kleiner geworden en viel het uiteen in Urk en
Schokland.'
Een van de geborgen visfuiken is in opdracht ven de gemeente Noordoostpolder geconserveerd en te zien in Museum Schokland.
Bron: Prehistorische visweren bij Emmeloord. In: De Noordoostpolder 4 november 1999.