Palingrokerij Klappe

De naam Klappe komt veelvuldig voor in de archieven van Schokland. Niet alleen in het verleden ook in het heden is de naam Klappe een begrip onder de Schokker nazaten.
Ab Klappe (1922-2004), een der ‘founding fathers’ van de Schokkervereniging, ging in het eerste nummer van het Schokker Erf (1985) in op de mogelijke oorsprong van de naam Klappe. Pastoor Doorenweerd, van 1796-1808 pastoor op Schokland, had over die naam een boekje open gedaan. Volgens overlevering was het tijdens de Pinksterweek in 1749 gebeurd dat Bruin Klasen Klappe, bijgenaamd ‘Klappenbruin’, met kruit zijn handen en aangezicht had verbrand. De enorme klap waarmee het kruit ontplofte zou de directe aanleiding zijn geweest tot het ontstaan van de naam Klappe.

Na de ontruiming bleven veel Schokkers ook in Kampen actief in het visserijbedrijf (visser, palingrokerij, handel).

Nadat in 1932 de Afsluitdijk voltooid was, bleef de zoutwatervis weg en door de verzoeting was het ook met de trek van spiering afgelopen.
Alleen de glasaaltjes wisten door de spuisluizen te komen, waardoor alleen het palingseizoen van april tot eind september bleef.
Gait Berk (geb. 1927) herinnerde zich de visserlui van die tijd: 'vooral de ouderen die niet meer meevoeren, verzamelden zich dagelijks `an 't Veerkoppien', het kleine havenhoofd van de Buitenhaven, vanwaar het voetveer naar het Kampereiland afvoer. `Hier strategisch opgesteld in de luwte van een loods bij de scheepswerf, stonden ze te kijken en te turen; terwijl ze elkaar vrijwel onafgebroken voorhielden hoe goed zij het vroeger allemaal wel niet hadden gedaan, pruimden ze gestadig door, zodat het wel leek of ze hun leven stonden te herkauwen.’

Toen in het begin van de oorlog de Noordoostpolder droog viel ging een belangrijk viswater verloren. Het betekende vooral voor Vollenhove het einde als vissersplaats en ook Genemuiden en Kampen ondervonden de negatieve gevolgen.

Foto: de familie Klappe(r) bezig met de verwerking voor de palingrokerij.

www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl