De gevelsteen van de pastorie (1916)

"Als ik ooit verdrink en gevonden word, dan kun je me hieraan herkennen.” Dit had de visser zijn zoon keer op keer op het hart gedrukt, terwijl hij de twee knikkers in zijn zak liet zien.
In 1916 spoelde zijn levenloze lichaam aan in de buurt van Hoorn. Ondanks een onstuimige zee en een stormachtige wind was hij de zee op gegaan. De inkomsten van een week vissen kond zijn broodarme gezin niet missen. Zijn zoon moest hem, aan de hand van de knikkers, identificeren. Hij is een van de slachtoffers van de watersnood van 1916. <1>
Toen, op 13 en 14 januari, teisterde een stormvloed de Zuiderzee. Er braken dijken en veel gebieden inundeerden. Vooral Noord-Holland werd getroffen; 35 doden vielen daarbij en de schade was niet te becijferen. De besluitvorming die daarop volgde heeft geleid tot de afsluiting en gedeeltelijke inpoldering van de Zuiderzee. Op Schokland herinnert een gevelsteen aan deze ramp.

Hoewel Urk, Schokland en Kraggenburg deze stormvloed redelijk doorstonden beleefde de lichtwachterfamilie Verschuur op de Zuidpunt van Schokland een angstige nacht. Om drie uur in de duistere nacht van 13 op 14 januari belde Pieter Verschuur zelfs Harm Smit op, de ‘grand-old man’ op Emmeloord, die zelf met de laarzen in het water stond toen hij Verschuur gerust stelde. <3>
Tot zeven uur in de ochtend steeg het water nog een paar decimeter. Toen was de wind in kracht inmiddels afgenomen van 10 tot minder dan 8.
Aan die bange nacht herinnert op Schokland een gevelsteen in de Pastorie op de Middelbuurt, waarop de toenmalige vloedstand is ingebeiteld: 3.05 M. + A.P.

Waarom op de gevelsteen niet de N.A.P.-stand is gebeiteld, maar de reeds lang afgeschafte referentie aan het Amsterdams Peil (A.P.) is niet duidelijk. In 1829 werd het AP het voorgeschreven nulpunt voor alle peilschalen in Nederland. <4> Na de eerste nauwkeurigheids-waterpassing (1875-1885) werd de naam Normaal Amsterdams Peil, N.A.P. ingevoerd.

De topwaterstand van Schokland

Het lijkt er op dat op de Middelbuurt een verouderde A.P.- peilschaal heeft gestaan. En een die niet op de goede hoogte bevestigd lijkt te zijn, … of men heeft de peilschaal bij die stormvloed gewoon niet nauwkeurig kunnen aflezen.

Het rapport dat Rijkswaterstaat in 1916 over de stormvloed opstelde geeft de top-water-standstand in NAP: 2,70 m + NAP. <2> Deze stand werd geregistreerd door de zogenoemde zelfregistrerende peilschaal bij de Zuidpunt die via een vlotter-schrijfsysteem de standen op mm-papier tekende.

Uit eerdere verslagen over stormvloeden, waarin ook de standen van oudere stormvloeden - die vroeger ten opzichte van A.P. werden weergegeven - worden weergegeven ten opzichte van N.A.P. is het verschil tussen N.A.P. en A.P. af te leiden. De waarden die bij het A.P. niveau staan blijken op Schokland steeds 21 centimeter hoger te zijn dan de zelfde waterstanden die gerelateerd zijn aan het N.A.P. niveau.
Dat wil zeggen dat 2,70 m + N.A.P. overeenkomt met 2,91 m + A.P. en dat de gevelsteen de A.P. - stand 14 centimeter te hoog aangeeft. De ingebeitelde stand van 3,05 m + A.P. zou dus overeen moeten komen met 2,84 m + NAP. Deze laatste stand lijkt ook als we kijken naar de omliggende top-waterstanden Urk (2,60 m + NAP), Kraggenburg (2,74 m + NAP) en Mastenbroek (2,81 m + NAP) onjuist te zijn (zie ook onderstaande tabel).<5>

De vuurtoren met woning en op de voorgrond het uit 1874 daterende huisje voor de zelfregistrerende peilschaal.

 

 

 

 

 

 

 

Topwaterstanden langs de Zuiderzee

Rechts: schematische situatietekening van een vloed waarbij de plek is aangegeven waar de topstanden worden gemeten.

In onderstaande tabel staan de top-waterstanden op locaties langs de Zuiderzee van de vloed van 1916, terwijl tevens de hoogst bekende top-waterstanden van en na 1825 zijn weergegeven, ontleend aan het rapport van de ,,Inspecteurs Generaal van den Rijkswaterstaat” J.C. Ramaer en H. Wortman. <2>

 

Gerrit van Hezel, Zwolle 21-01-2016

Noten:

  1. Rens Oving, De bijna vergeten watersnoodramp van 1916. In Metro, 12 januari 2016.
  2. Ramaer, J.C., H. Wortman. Verslag over den stormvloed van 13/14 Januari 1916. ’s-Gravenhage 28, september 1916.
  3. Zie het artikel op deze site: De laatste lichtwachter van Schokland nam wraak (1958).
  4. Het A.P. was het Stadtspeyl van Amsterdam dat in 1684 werd vastgelegd. Het was het gemiddelde vloedniveau van het IJ tussen september 1683 en september 1684 en werd aangeven door middel van een groef in acht merkstenen. In 1860 werd ter vergelijking het AP overgebracht naar andere gebruikte peilen. Hierbij bleek echter een fout te zijn ontstaan. Ook als gevolg van bodembewegingen treden er voortdurend onderlinge verschillen op. Een en ander werd van 1885 tot 1894 gecorrigeerd (genormaliseerd).
  5. Rondom het waterstaatskerkje op de Middelbuurt is de bodem tegenwoordig gemiddeld maar 2,30 m + N.A.P. hoog.

www.schoklanddoordeeeuwenheen.nl